Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausgezehrt (Duits) in het Nederlands

ausgezehrt:

ausgezehrt bijvoeglijk naamwoord

  1. ausgezehrt (dürr; schmächtig; knöchern; spindeldürr; hohläugig)
    uitgeteerd; uitgemergeld; broodmager
  2. ausgezehrt (abgemagert; spindeldürr)
    graatmager; graatachtig; totaal vermagerd

Vertaal Matrix voor ausgezehrt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broodmager ausgezehrt; dürr; hohläugig; knöchern; schmächtig; spindeldürr
graatachtig abgemagert; ausgezehrt; spindeldürr
graatmager abgemagert; ausgezehrt; spindeldürr
uitgemergeld ausgezehrt; dürr; hohläugig; knöchern; schmächtig; spindeldürr
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
totaal vermagerd abgemagert; ausgezehrt; spindeldürr
uitgeteerd ausgezehrt; dürr; hohläugig; knöchern; schmächtig; spindeldürr

Synoniemen voor "ausgezehrt":


Computer vertaling door derden: