Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bewandern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor bewandern (Duits) in het Nederlands

bewandern:

bewandern werkwoord

  1. bewandern (belaufen; wandern)
    betreden; te voet afleggen; bewandelen; belopen
    • betreden werkwoord (betreed, betreedt, betrad, betraden, betreden)
    • te voet afleggen werkwoord
    • bewandelen werkwoord (bewandel, bewandelt, bewandelde, bewandelden, bewandeld)
    • belopen werkwoord (beloop, beloopt, beliep, beliepen, beloopt)

Vertaal Matrix voor bewandern:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belopen belaufen; bewandern; wandern
betreden belaufen; bewandern; wandern betreten; eindringen; einfahren; eingehen; einkommen; einlassen; einlaufen; einsteigen; eintreten; hereinkommen; hereinkriegen; hereinlaufen; hineingehen; hineinlaufen; hinzukommen; inKrafttreten; steuern
bewandelen belaufen; bewandern; wandern
te voet afleggen belaufen; bewandern; wandern