Duits
Uitgebreide vertaling voor durchgeben (Duits) in het Nederlands
durchgeben:
-
durchgeben
Vertaal Matrix voor durchgeben:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
doorgeven | durchgeben | ausposaunen; austragen; denunzieren; durchsagen; herumerzählen; herumgeben; herumreichen; verteilen; weitererzählen; weitergeben; überreichen; übertragen |
verder geven | durchgeben |
Synoniemen voor "durchgeben":
Computer vertaling door derden: