Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. eingeboren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor eingeboren (Duits) in het Nederlands

eingeboren:

eingeboren bijvoeglijk naamwoord

  1. eingeboren (von Natur aus anwesend sein; einheimisch)
    aangeboren; natuurlijk; van nature aanwezig; eigen
  2. eingeboren (einheimisch)
    aangeboren; ingeboren
  3. eingeboren (einheimisch; autochton; inländisch)
    autochtoon; inheems; inlands

Vertaal Matrix voor eingeboren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autochtoon Eingeborene; Einheimische; Einwohner; Ureinwohner
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangeboren eingeboren; einheimisch; von Natur aus anwesend sein
autochtoon autochton; eingeboren; einheimisch; inländisch einheimisch; einheimische; inländisch
eigen eingeboren; einheimisch; von Natur aus anwesend sein angeboren; anhaftend; eigen
ingeboren eingeboren; einheimisch
inheems autochton; eingeboren; einheimisch; inländisch einheimisch; einheimische; inländisch
inlands autochton; eingeboren; einheimisch; inländisch einheimisch; einheimische; inländisch
natuurlijk eingeboren; einheimisch; von Natur aus anwesend sein anspruchslos; einfach; gewöhnlich; natürlich; rein; schlicht; selbstverständlich; simpel; ungekünstelt; unkompliziert
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
van nature aanwezig eingeboren; einheimisch; von Natur aus anwesend sein

Synoniemen voor "eingeboren":


Wiktionary: eingeboren


Cross Translation:
FromToVia
eingeboren inheemse; inheems aboriginal — original; indigenous
eingeboren autochtoon autochtone — Traductions à classer d’après le sens