Erpicht in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor erpicht (Duits) in het Nederlands

erpicht (gierig; eifrig; lüstern; verlangend; hungrig; zugespitzt; begierig; begehrlich)
gretig; happig
- gretig bijvoeglijk naamwoord
- happig bijvoeglijk naamwoord
erpicht (versessen; begierig)
belust; happig
- belust bijvoeglijk naamwoord
- happig bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belust	begierig; erpicht; versessen
gretig	begehrlich; begierig; eifrig; erpicht; gierig; hungrig; lüstern; verlangend; zugespitzt
happig	begehrlich; begierig; eifrig; erpicht; gierig; hungrig; lüstern; verlangend; versessen; zugespitzt