Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gekühlt:
  2. kühlen:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gekühlt (Duits) in het Nederlands

gekühlt:

gekühlt bijvoeglijk naamwoord

  1. gekühlt
    gekoeld; koel
    • gekoeld bijvoeglijk naamwoord
    • koel bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gekühlt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koel gekühlt cool; frisch; frostig; fröstelnd; gleichgültig; kalt; kaltherzig; klatblütig; kühl; kühlend; lakonisch; nüchtern; reserviert; sachlich; unberürht; ungerührt; zurückhaltend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gekoeld gekühlt

kühlen:

kühlen werkwoord (kühle, kühlst, kühlt, kühlte, kühltet, gekühlt)

  1. kühlen (erkaelten; abkühlen)
    verkoelen; koelen; verkillen; afkoelen
    • verkoelen werkwoord (verkoel, verkoelt, verkoelde, verkoelden, verkoeld)
    • koelen werkwoord (koel, koelt, koelde, koelden, gekoeld)
    • verkillen werkwoord (verkil, verkilt, verkilde, verkilden, verkild)
    • afkoelen werkwoord (koel af, koelt af, koelde af, koelden af, afgekoeld)
  2. kühlen (kühler werden; abkühlen; erkalten)
    afkoelen; koel worden
    • afkoelen werkwoord (koel af, koelt af, koelde af, koelden af, afgekoeld)
    • koel worden werkwoord (word koel, wordt koel, werd koel, werden koel, koel geworden)

Conjugations for kühlen:

Präsens
  1. kühle
  2. kühlst
  3. kühlt
  4. kühlen
  5. kühlt
  6. kühlen
Imperfekt
  1. kühlte
  2. kühltest
  3. kühlte
  4. kühlten
  5. kühltet
  6. kühlten
Perfekt
  1. habe gekühlt
  2. hast gekühlt
  3. hat gekühlt
  4. haben gekühlt
  5. habt gekühlt
  6. haben gekühlt
1. Konjunktiv [1]
  1. kühle
  2. kühlest
  3. kühle
  4. kühlen
  5. kühlet
  6. kühlen
2. Konjunktiv
  1. kühlte
  2. kühltest
  3. kühlte
  4. kühlten
  5. kühltet
  6. kühlten
Futur 1
  1. werde kühlen
  2. wirst kühlen
  3. wird kühlen
  4. werden kühlen
  5. werdet kühlen
  6. werden kühlen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde kühlen
  2. würdest kühlen
  3. würde kühlen
  4. würden kühlen
  5. würdet kühlen
  6. würden kühlen
Diverses
  1. kühl!
  2. kühlt!
  3. kühlen Sie!
  4. gekühlt
  5. kühlend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor kühlen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkoelen abkühlen
verkoelen abkühlen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkoelen abkühlen; erkaelten; erkalten; kühlen; kühler werden
koel worden abkühlen; erkalten; kühlen; kühler werden
koelen abkühlen; erkaelten; kühlen
verkillen abkühlen; erkaelten; kühlen
verkoelen abkühlen; erkaelten; kühlen abkühlen; auffrischen; aufmöbeln; erfrischen; sich erholen

Synoniemen voor "kühlen":

  • Kälte verbreiten

Wiktionary: kühlen


Cross Translation:
FromToVia
kühlen koud worden; verkoelen; koelen; dempen refroidirrendre froid.