Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. grausen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor grausen (Duits) in het Nederlands

grausen:

grausen werkwoord

  1. grausen (sich gruseln; sich grausen)
    huiveren; griezelen; gruwen
    • huiveren werkwoord (huiver, huivert, huiverde, huiverden, gehuiverd)
    • griezelen werkwoord (griezel, griezelt, griezelde, griezelden, gegriezeld)
    • gruwen werkwoord (gruw, gruwt, gruwde, gruwden, gegruwd)

Vertaal Matrix voor grausen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gruwen Abscheu; Ekel; Greuel; Widerwille
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
griezelen grausen; sich grausen; sich gruseln entsetzen; grauen; schaudern; verabscheuen
gruwen grausen; sich grausen; sich gruseln entsetzen; grauen; schaudern; verabscheuen
huiveren grausen; sich grausen; sich gruseln

Synoniemen voor "grausen":


Verwante vertalingen van grausen