Duits

Uitgebreide vertaling voor heranlocken (Duits) in het Nederlands

heranlocken:

heranlocken werkwoord (locke heran, lockst heran, lockt heran, lockte heran, locktet heran, herangelockt)

  1. heranlocken (herauslocken; verleiten; verlocken; )
    verleiden; lokken; aanlokken; weglokken; meelokken; voortlokken; verlokken
    • verleiden werkwoord (verleid, verleidt, verleidde, verleidden, verleid)
    • lokken werkwoord (lok, lokt, lokte, lokten, gelokt)
    • aanlokken werkwoord (lok aan, lokt aan, lokte aan, lokten aan, aangelokt)
    • weglokken werkwoord (lok weg, lokt weg, lokte weg, lokten weg, weggelokt)
    • meelokken werkwoord (lok mee, lokt mee, lokte mee, lokten mee, meegelokt)
    • voortlokken werkwoord (lok voort, lokt voort, lokte voort, lokten voort, voortgelokt)
    • verlokken werkwoord (verlok, verlokt, verlokte, verlokten, verlokt)
  2. heranlocken
  3. heranlocken (herauslocken; ködern; mitlocken)
    lokken; tevoorschijn lokken; dichtbijlokken

Conjugations for heranlocken:

Präsens
  1. locke heran
  2. lockst heran
  3. lockt heran
  4. locken heran
  5. lockt heran
  6. locken heran
Imperfekt
  1. lockte heran
  2. locktest heran
  3. lockte heran
  4. lockten heran
  5. locktet heran
  6. lockten heran
Perfekt
  1. habe herangelockt
  2. hast herangelockt
  3. hat herangelockt
  4. haben herangelockt
  5. habt herangelockt
  6. haben herangelockt
1. Konjunktiv [1]
  1. heranlocke
  2. heranlockest
  3. heranlocke
  4. heranlocken
  5. heranlocket
  6. heranlocken
2. Konjunktiv
  1. heranlockte
  2. heranlocktest
  3. heranlockte
  4. heranlockten
  5. heranlocktet
  6. heranlockten
Futur 1
  1. werde heranlocken
  2. wirst heranlocken
  3. wird heranlocken
  4. werden heranlocken
  5. werdet heranlocken
  6. werden heranlocken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde heranlocken
  2. würdest heranlocken
  3. würde heranlocken
  4. würden heranlocken
  5. würdet heranlocken
  6. würden heranlocken
Diverses
  1. locke heran!
  2. lockt heran!
  3. locken Sie heran!
  4. herangelockt
  5. heranlockend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor heranlocken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lokken Locken; Verleiten
verleiden Locken; Verleiten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanlokken bestechen; betören; bezaubern; heranlocken; herauslocken; ködern; mitlocken; verführen; verleiten; verlocken
dichtbijlokken heranlocken; herauslocken; ködern; mitlocken
doen naderen heranlocken
lokken bestechen; betören; bezaubern; heranlocken; herauslocken; ködern; mitlocken; verführen; verleiten; verlocken
meelokken bestechen; betören; bezaubern; heranlocken; herauslocken; ködern; mitlocken; verführen; verleiten; verlocken
tevoorschijn lokken heranlocken; herauslocken; ködern; mitlocken
verleiden bestechen; betören; bezaubern; heranlocken; herauslocken; ködern; mitlocken; verführen; verleiten; verlocken Gunst erlangen; Gunst erwerben
verlokken bestechen; betören; bezaubern; heranlocken; herauslocken; ködern; mitlocken; verführen; verleiten; verlocken
voortlokken bestechen; betören; bezaubern; heranlocken; herauslocken; ködern; mitlocken; verführen; verleiten; verlocken
weglokken bestechen; betören; bezaubern; heranlocken; herauslocken; ködern; mitlocken; verführen; verleiten; verlocken
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
verlokken verlocken