Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. illusorisch:


Duits

Uitgebreide vertaling voor illusorisch (Duits) in het Nederlands

illusorisch:

illusorisch bijvoeglijk naamwoord

  1. illusorisch (eingebildet; trügerisch; unwirklich; fiktiv)
    misleidend; bedrieglijk; illusoir

Vertaal Matrix voor illusorisch:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedrieglijk eingebildet; fiktiv; illusorisch; trügerisch; unwirklich
illusoir eingebildet; fiktiv; illusorisch; trügerisch; unwirklich eingebildet; fiktiv; imaginär; phantastisch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
misleidend eingebildet; fiktiv; illusorisch; trügerisch; unwirklich

Synoniemen voor "illusorisch":

  • absurd; abwegig; illusionär