Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal improvisiert

Vertaal improvisiert van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. improvisiert:
  2. improvisieren:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor improvisiert (Duits) in het Nederlands

improvisiert:

improvisiert bijvoeglijk naamwoord

  1. improvisiert (unvorbereitet)
    geimproviseerd; onvoorbereid
  2. improvisiert
    geïmproviseerd

Vertaal Matrix voor improvisiert:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geïmproviseerd improvisiert
onvoorbereid improvisiert; unvorbereitet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geimproviseerd improvisiert; unvorbereitet

improvisiert vorm van improvisieren:

improvisieren werkwoord (improvisiere, improvisierst, improvisiert, improvisierte, improvisiertet, improvisiert)

  1. improvisieren
    improviseren
    • improviseren werkwoord (improviseer, improviseert, improviseerde, improviseerden, geïmproviseerd)

Conjugations for improvisieren:

Präsens
  1. improvisiere
  2. improvisierst
  3. improvisiert
  4. improvisieren
  5. improvisiert
  6. improvisieren
Imperfekt
  1. improvisierte
  2. improvisiertest
  3. improvisierte
  4. improvisierten
  5. improvisiertet
  6. improvisierten
Perfekt
  1. habe improvisiert
  2. hast improvisiert
  3. hat improvisiert
  4. haben improvisiert
  5. habt improvisiert
  6. haben improvisiert
1. Konjunktiv [1]
  1. improvisiere
  2. improvisierest
  3. improvisiere
  4. improvisieren
  5. improvisieret
  6. improvisieren
2. Konjunktiv
  1. improvisierte
  2. improvisiertest
  3. improvisierte
  4. improvisierten
  5. improvisiertet
  6. improvisierten
Futur 1
  1. werde improvisieren
  2. wirst improvisieren
  3. wird improvisieren
  4. werden improvisieren
  5. werdet improvisieren
  6. werden improvisieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde improvisieren
  2. würdest improvisieren
  3. würde improvisieren
  4. würden improvisieren
  5. würdet improvisieren
  6. würden improvisieren
Diverses
  1. improvisiere!
  2. improvisiert!
  3. improvisieren Sie!
  5. improvisiert
  6. improvisierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor improvisieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
improviseren improvisieren

Synoniemen voor "improvisieren":

  • aus dem Stegreif begleiten

Wiktionary: improvisieren

improvisieren
verb
  1. iets bedenken zonder vooropgesteld plan
Cross Translation:
FromToVia
• improvisieren → improviseren ↔ improvise — to make something up as one goes on
• improvisieren → improviseren ↔ improviser — composer, sans préparation et sur-le-champ, des vers, un air de musique, un discours, etc.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0209 seconde
Page rendered in 1.0 seconds