Duits
Uitgebreide vertaling voor nichtausführbar (Duits) in het Nederlands
nichtausführbar:
-
nichtausführbar (unmöglich; hoffnungslos; aussichtslos)
onmogelijk-
onmogelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
nichtausführbar (unrealisierbar; unmöglich; unrealistisch; undurchführbar; unausführbar; unpraktisch)
ondoenlijk; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar; onhaalbaar-
ondoenlijk bijvoeglijk naamwoord
-
onrealiseerbaar bijvoeglijk naamwoord
-
onuitvoerbaar bijvoeglijk naamwoord
-
onhaalbaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor nichtausführbar:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| ondoenlijk | nichtausführbar; unausführbar; undurchführbar; unmöglich; unpraktisch; unrealisierbar; unrealistisch | |
| onhaalbaar | nichtausführbar; unausführbar; undurchführbar; unmöglich; unpraktisch; unrealisierbar; unrealistisch | |
| onmogelijk | aussichtslos; hoffnungslos; nichtausführbar; unmöglich | |
| onuitvoerbaar | nichtausführbar; unausführbar; undurchführbar; unmöglich; unpraktisch; unrealisierbar; unrealistisch | unausführbar; unhandlich; unpraktisch |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| onrealiseerbaar | nichtausführbar; unausführbar; undurchführbar; unmöglich; unpraktisch; unrealisierbar; unrealistisch |