Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pellen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor pellen (Duits) in het Nederlands

pellen:

pellen werkwoord

  1. pellen (schälen; enthäuten)
    schillen; pellen; jassen
    • schillen werkwoord (schil, schilt, schilde, schilden, geschild)
    • pellen werkwoord (pel, pelt, pelde, pelden, gepeld)
    • jassen werkwoord (jas, jast, jaste, jasten, gejast)

Vertaal Matrix voor pellen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jassen Mäntel
pellen Aushülzen
schillen Schalen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jassen enthäuten; pellen; schälen Kartoffeln schälen
pellen enthäuten; pellen; schälen schälen
schillen enthäuten; pellen; schälen

Synoniemen voor "pellen":


Wiktionary: pellen

pellen
verb
  1. Haut oder Schale entfernen