Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pinkeln:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor pinkeln (Duits) in het Nederlands

pinkeln:

pinkeln werkwoord (pinkele, pinkelst, pinkelt, pinkelte, pinkeltet, gepinkelt)

  1. pinkeln (urinieren; schiffen)
    plassen; urineren; wateren
    • plassen werkwoord (plas, plast, plaste, plasten, geplast)
    • urineren werkwoord (urineer, urineert, urineerde, urineerden, geurineerd)
    • wateren werkwoord (water, watert, waterde, waterden, gewaterd)

Conjugations for pinkeln:

Präsens
  1. pinkele
  2. pinkelst
  3. pinkelt
  4. pinkelen
  5. pinkelt
  6. pinkelen
Imperfekt
  1. pinkelte
  2. pinkeltest
  3. pinkelte
  4. pinkelten
  5. pinkeltet
  6. pinkelten
Perfekt
  1. habe gepinkelt
  2. hast gepinkelt
  3. hat gepinkelt
  4. haben gepinkelt
  5. habt gepinkelt
  6. haben gepinkelt
1. Konjunktiv [1]
  1. pinkele
  2. pinkelest
  3. pinkele
  4. pinkelen
  5. pinkelet
  6. pinkelen
2. Konjunktiv
  1. pinkelte
  2. pinkeltest
  3. pinkelte
  4. pinkelten
  5. pinkeltet
  6. pinkelten
Futur 1
  1. werde pinkeln
  2. wirst pinkeln
  3. wird pinkeln
  4. werden pinkeln
  5. werdet pinkeln
  6. werden pinkeln
1. Konjunktiv [2]
  1. würde pinkeln
  2. würdest pinkeln
  3. würde pinkeln
  4. würden pinkeln
  5. würdet pinkeln
  6. würden pinkeln
Diverses
  1. pinkel!
  2. pinkelt!
  3. pinkelen Sie!
  4. gepinkelt
  5. pinkelnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor pinkeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plassen Harnen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plassen pinkeln; schiffen; urinieren
urineren pinkeln; schiffen; urinieren
wateren pinkeln; schiffen; urinieren

Synoniemen voor "pinkeln":


Wiktionary: pinkeln

pinkeln
Cross Translation:
FromToVia
pinkeln plassen pee — to urinate
pinkeln piesen; pissen piss(vulgar) to urinate
pinkeln plassen; pipi; wateren; pissen; urineren wee — to urinate
pinkeln pissen; piesen pisser — Uriner