Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal rücken

Vertaal rücken van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rücken:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor rücken (Duits) in het Nederlands

rücken:

rücken werkwoord (rücke, rückst, rückt, rückte, rücktet, gerückt)

  1. rücken (versetzen; verschieben; umstellen; )
    verplaatsen; opschuiven; verzetten; plaats maken
    • verplaatsen werkwoord (verplaats, verplaatst, verplaatste, verplaatsten, verplaatst)
    • opschuiven werkwoord (schuif op, schuift op, schoof op, schoven op, opgeschoven)
    • verzetten werkwoord (verzet, verzette, verzetten, verzet)
    • plaats maken werkwoord (maak plaats, maakt plaats, maakte plaats, maakten plaats, plaats gemaakt)

Conjugations for rücken:

Präsens
  1. rücke
  2. rückst
  3. rückt
  4. rücken
  5. rückt
  6. rücken
Imperfekt
  1. rückte
  2. rücktest
  3. rückte
  4. rückten
  5. rücktet
  6. rückten
Perfekt
  1. habe gerückt
  2. hast gerückt
  3. hat gerückt
  4. haben gerückt
  5. habt gerückt
  6. haben gerückt
1. Konjunktiv [1]
  1. rücke
  2. rückest
  3. rücke
  4. rücken
  5. rücket
  6. rücken
2. Konjunktiv
  1. rückte
  2. rücktest
  3. rückte
  4. rückten
  5. rücktet
  6. rückten
Futur 1
  1. werde rücken
  2. wirst rücken
  3. wird rücken
  4. werden rücken
  5. werdet rücken
  6. werden rücken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde rücken
  2. würdest rücken
  3. würde rücken
  4. würden rücken
  5. würdet rücken
  6. würden rücken
Diverses
  1. rück!
  2. rückt!
  3. rücken Sie!
  5. gerückt
  6. rückend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor rücken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opschuiven aufrücken; einrücken; rücken; setzen; sichversetzen; umstellen; verlegen; verrücken; verschieben; versetzen; verstellen; zur Seite rücken; zusammenrücken aufschieben; hinausschieben; verlegen; verschieben; vertagen; vor sich her schieben; vorschieben
plaats maken aufrücken; einrücken; rücken; setzen; sichversetzen; umstellen; verlegen; verrücken; verschieben; versetzen; verstellen; zur Seite rücken; zusammenrücken
verplaatsen aufrücken; einrücken; rücken; setzen; sichversetzen; umstellen; verlegen; verrücken; verschieben; versetzen; verstellen; zur Seite rücken; zusammenrücken beseitigen; entfernen; fortbringen; fortschaffen; verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen; vertreiben; wegbewegen; wegschaffen; wegtun
verzetten aufrücken; einrücken; rücken; setzen; sichversetzen; umstellen; verlegen; verrücken; verschieben; versetzen; verstellen; zur Seite rücken; zusammenrücken abwehren; sich sträuben; sich wehren; sich widersetzen; verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen; wehren

Synoniemen voor "rücken":


Wiktionary: rücken

Cross Translation:
FromToVia
• rücken → douwen; dringen; duwen; stoten; aanduwen; drijven; aandrijven; opjagen; voortdrijven ↔ pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place.

Verwante vertalingen van rücken







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0216 seconde
Page rendered in 1.0 seconds