Duits
Uitgebreide vertaling voor sich anstellen (Duits) in het Nederlands
sich anstellen:
-
sich anstellen (übertrieben; theatralisch; schwülstig; zimperlich; affektiert)
overdreven; theatraal; aanstellerig-
overdreven bijvoeglijk naamwoord
-
theatraal bijvoeglijk naamwoord
-
aanstellerig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor sich anstellen:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| aanstellerig | affektiert; schwülstig; sich anstellen; theatralisch; zimperlich; übertrieben | anstellen; geziert |
| overdreven | affektiert; schwülstig; sich anstellen; theatralisch; zimperlich; übertrieben | überreichlich; überschwenglich; übertrieben; üppig |
| theatraal | affektiert; schwülstig; sich anstellen; theatralisch; zimperlich; übertrieben |