Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sich anziehen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor sich anziehen (Duits) in het Nederlands

sich anziehen:

sich anziehen werkwoord

  1. sich anziehen
  2. sich anziehen (sich ausschmücken; sich kleiden)
    uitmonsteren; kleden; zich tooien; zich kleden
    • uitmonsteren werkwoord (monster uit, monstert uit, monsterde uit, monsterden uit, uitgemonsterd)
    • kleden werkwoord (kleed, kleedt, kleedde, kleedden, gekleed)
    • zich tooien werkwoord
    • zich kleden werkwoord

Vertaal Matrix voor sich anziehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kleden Ankleiden; Anlegen; Anziehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kleden sich anziehen; sich ausschmücken; sich kleiden
uitmonsteren sich anziehen; sich ausschmücken; sich kleiden
zich aankleden sich anziehen
zich kleden sich anziehen; sich ausschmücken; sich kleiden
zich tooien sich anziehen; sich ausschmücken; sich kleiden

Verwante vertalingen van sich anziehen