Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sich verabschieden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor sich verabschieden (Duits) in het Nederlands

sich verabschieden:

sich verabschieden werkwoord

  1. sich verabschieden (auseinandergehen)
    afscheid nemen
    • afscheid nemen werkwoord (neem afscheid, neemt afscheid, nam afscheid, namen afscheid, afscheid genomen)

Vertaal Matrix voor sich verabschieden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afscheid nemen auseinandergehen; sich verabschieden

Verwante vertalingen van sich verabschieden