Duits
Uitgebreide vertaling voor sich verbreiten (Duits) in het Nederlands
sich verbreiten:
-
sich verbreiten (herrschen; die Grippe herscht)
heersen; heersen van griep; verspreiden van ziekte-
heersen van griep werkwoord
-
verspreiden van ziekte werkwoord
-
sich verbreiten (auseinanderstieben; auseinandertreiben)
uiteenvliegen; uiteenstuiven; uit elkaar stuiven; uit elkaar vliegen-
uiteenstuiven werkwoord (stuif uiteen, stuift uiteen, stuifte uiteen, stuiften uiteen, uiteengestuift)
-
uit elkaar stuiven werkwoord (stuif uit elkaar, stuift uit elkaar, stoof uit elkaar, stoven uit elkaar, uit elkaar gestoven)
-
uit elkaar vliegen werkwoord (vlieg uit elkaar, vliegt uit elkaar, vloog uit elkaar, vlogen uit elkaar, uit elkaar gevlogen)
Vertaal Matrix voor sich verbreiten:
Computer vertaling door derden: