Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sichfreuen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor sichfreuen (Duits) in het Nederlands

sichfreuen:

sichfreuen werkwoord

  1. sichfreuen (erfreuen)
    blij maken
    • blij maken werkwoord (maak blij, maakt blij, maakte blij, maakten blij, blij gemaakt)

Vertaal Matrix voor sichfreuen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blij maken erfreuen; sichfreuen aufmuntern; beglücken; bezaubern; entzücken; erfreuen; ermuntern; freuen; gefallen; helfen; reizen; scharmieren; verführen; verzaubern