Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tatschen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor tatschen (Duits) in het Nederlands

tatschen:

tatschen werkwoord

  1. tatschen (fummeln; herumfingern; angrapschen)
    frunniken; friemelen; foezelen
    • frunniken werkwoord (frunnik, frunnikt, frunnikte, frunnikten, gefrunnikt)
    • friemelen werkwoord (friemel, friemelt, friemelde, friemelden, gefriemeld)
    • foezelen werkwoord (foezel, foezelt, foezelde, foezelden, gefoezeld)

Vertaal Matrix voor tatschen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
foezelen angrapschen; fummeln; herumfingern; tatschen
friemelen angrapschen; fummeln; herumfingern; tatschen
frunniken angrapschen; fummeln; herumfingern; tatschen