Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. verschimmelt:
  2. verschimmeln:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verschimmelt (Duits) in het Nederlands

verschimmelt:

verschimmelt bijvoeglijk naamwoord

  1. verschimmelt (schimmelig)
    beschimmeld; schimmelig

Vertaal Matrix voor verschimmelt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschimmeld schimmelig; verschimmelt
schimmelig schimmelig; verschimmelt

Synoniemen voor "verschimmelt":


Wiktionary: verschimmelt

verschimmelt
adjective
  1. onderhevig aan schimmelgroei

verschimmelt vorm van verschimmeln:

verschimmeln werkwoord (verschimmele, verschimmelst, verschimmelt, verschimmelte, verschimmeltet, verschimmelt)

  1. verschimmeln
    schimmelen; beschimmelen
    • schimmelen werkwoord (schimmel, schimmelt, schimmelde, schimmelden, geschimmeld)
    • beschimmelen werkwoord (beschimmel, beschimmelt, beschimmelde, beschimmelden, beschimmeld)
  2. verschimmeln
    verschimmelen
    • verschimmelen werkwoord (verschimmel, verschimmelt, verschimmelde, verschimmelden, verschimmeld)

Conjugations for verschimmeln:

Präsens
  1. verschimmele
  2. verschimmelst
  3. verschimmelt
  4. verschimmelen
  5. verschimmelt
  6. verschimmelen
Imperfekt
  1. verschimmelte
  2. verschimmeltest
  3. verschimmelte
  4. verschimmelten
  5. verschimmeltet
  6. verschimmelten
Perfekt
  1. bin verschimmelt
  2. bist verschimmelt
  3. ist verschimmelt
  4. sind verschimmelt
  5. seid verschimmelt
  6. sind verschimmelt
1. Konjunktiv [1]
  1. verschimmele
  2. verschimmelest
  3. verschimmele
  4. verschimmelen
  5. verschimmelet
  6. verschimmelen
2. Konjunktiv
  1. verschimmelete
  2. verschimmeletest
  3. verschimmelete
  4. verschimmeleten
  5. verschimmeletet
  6. verschimmeleten
Futur 1
  1. werde verschimmeln
  2. wirst verschimmeln
  3. wird verschimmeln
  4. werden verschimmeln
  5. werdet verschimmeln
  6. werden verschimmeln
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verschimmeln
  2. würdest verschimmeln
  3. würde verschimmeln
  4. würden verschimmeln
  5. würdet verschimmeln
  6. würden verschimmeln
Diverses
  1. verschimmel!
  2. verschimmelt!
  3. verschimmelen Sie!
  4. verschimmelt
  5. verschimmelnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verschimmeln:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschimmelen verschimmeln
schimmelen verschimmeln
verschimmelen verschimmeln

Wiktionary: verschimmeln

verschimmeln
verb
  1. aangevreten worden door schimmels

Cross Translation:
FromToVia
verschimmeln schimmelen; beschimmelen; verschimmelen moisirse couvrir de moisissure.