Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zu zweit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zu zweit (Duits) in het Nederlands

zu zweit:

zu zweit bijvoeglijk naamwoord

  1. zu zweit (beide)
    met zijn tweeën; getweeën

Vertaal Matrix voor zu zweit:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
getweeën beide; zu zweit
met zijn tweeën beide; zu zweit

Synoniemen voor "zu zweit":


Verwante vertalingen van zu zweit