Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Greis

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Greis

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. greis:
  2. Greis:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Greis (Duits) in het Zweeds

greis:

greis bijvoeglijk naamwoord

  1. greis (graufarbig; grau; finster; )
    trist
    • trist bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor greis:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trist dumpf; dumpfig; düster; falb; farblos; finster; flau; glanzlos; grau; graufarbig; greis atmosphärelos; keine Atmosphäre

Wiktionary: greis

greis
adjective
  1. gehoben: sehr alt

Greis:

Greis [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Greis
    gråskägg
  2. der Greis (Alter; Greisin)
    ålderdom

Vertaal Matrix voor Greis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gråskägg Greis
ålderdom Alter; Greis; Greisin Altertum; Antike; Antiquität

Wiktionary: Greis

Greis
noun
  1. sehr alter Mann
Cross Translation:
FromToVia
• Greis → gubbe ↔ geezer — an old person
• Greis → gubbe ↔ old man — elderly man
• Greis → gubbe ↔ vieillard — homme d’un âge avancé.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0256 seconde
Page rendered in 1.0 seconds