Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Lage

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Lage

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Lage:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. läge:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lage (Duits) in het Zweeds

Lage:

Lage [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Lage (Position; Standort; Verfassung; Stand; Zustand)
    läge; ställning; position
  2. die Lage (Lebensumstände)
    livskonditioner
  3. die Lage (Tabelle; Liste; Tafel; )
    bord
    • bord [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. die Lage (Stoß)
    simtag
    • simtag [-ett] zelfstandig naamwoord
  5. die Lage (Ortsbestimmung; Stelle; Ort; Ortung)
    läge; orientering; belägenhet

Vertaal Matrix voor Lage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belägenhet Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle
bord Abfassung; Abstufung; Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Ausrichtung; Einstellung; Lage; Leiste; Liste; Rangordnung; Stelle; Tabelle; Tafel; Verzeichnis
livskonditioner Lage; Lebensumstände
läge Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Position; Stand; Standort; Stelle; Verfassung; Zustand Drehort; Lokation; Modus
orientering Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle Ausrichtung; Orientierung; Orientierungssinn; Seitenausrichtung
position Lage; Position; Stand; Standort; Verfassung; Zustand Arbeitsverhältnis; Beschaffenheit; Dienststelle; Dienstverhältnis; Gemütszustand; Kondition; Stellung; Stellungnahme; Zustand
simtag Lage; Stoß Schwimmschläge; Stöße
ställning Lage; Position; Stand; Standort; Verfassung; Zustand Folter; Folterbank; Folterbänke; Gerüst; Gestell; Hebebaum; Heber; Hebevorrichtung; Lattengestell; Lattenwerk; Regal; Spalier; Stellage; Stellungnahme

Synoniemen voor "Lage":


Wiktionary: Lage

Lage
noun
  1. Musik: Lage der linken Hand auf dem Griffbrett bei Streich- und Zupfinstrumenten
  2. Musik: Teil des Notenumfangs
  3. Sport, meist Plural: kurz für Lagenschwimmen, eine Kombination aus verschiedenen Schwimmstilen
  4. Buchwesen: den einzelnen aus mehreren (oft acht) gefalzten und ineinandergelegten Papierblättern bestehenden, zum Binden vorgesehenen Teil eines Buches
  5. Art wie etwas liegt
  6. Schicht
  7. momentane Umstand/Verhältnis
  8. Stelle, an der etwas liegt
Cross Translation:
FromToVia
• Lage → skikt; lager ↔ layer — single thickness of some material covering a surface
• Lage → predikament; obehaglig situation ↔ predicament — An unfortunate or trying position or condition.
• Lage → läge; plats; placering ↔ situation — position vis-à-vis surroundings
• Lage → plats; läge ↔ situation — location
• Lage → plats; status; ställning; situation ↔ situation — one's status with regard to circumstances
• Lage → läge ↔ ligging — de wijze waarop iets of iemand gelegen is
• Lage → ställning; position ↔ position — situation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation.
• Lage → situation ↔ situation — position d’une ville, d’un château, d’une maison, d’un jardin, etc.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Lage



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Lage (Zweeds) in het Duits

läge:

läge [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. läge (position; ställning)
    die Position; die Lage; der Standort; die Verfassung; der Stand; der Zustand
    • Position [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Lage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Standort [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Verfassung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stand [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zustand [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. läge (plats)
    der Lokation; der Drehort
    • Lokation [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Drehort [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. läge (orientering; belägenhet)
    die Ortsbestimmung; die Stelle; die Lage; der Ort; die Ortung
    • Ortsbestimmung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stelle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Lage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ort [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ortung [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. läge
    der Modus
    • Modus [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor läge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Drehort läge; plats
Lage belägenhet; läge; orientering; position; ställning bord; livskonditioner; simtag
Lokation läge; plats
Modus läge modus
Ort belägenhet; läge; orientering by; distrikt; landskap; liten by; liten ort; liten stad; län; ort; plats; provins; region; zon
Ortsbestimmung belägenhet; läge; orientering
Ortung belägenhet; läge; orientering plats
Position läge; position; ställning Placering; arbete; attityd; social klass; uppspelningsposition
Stand läge; position; ställning bås; grupp; kategori; klass; marknadsstånd; naturliv; social klass; stånd; tält; viltbestånd
Standort läge; position; ställning bosättning; koloni; ort; plats; ståplats; växtplats
Stelle belägenhet; läge; orientering arbete; bord; byrå; favör; jobb; organisation; ort; passage; plats; regeringskontor; tjänst; ämbetsverk
Verfassung läge; position; ställning beskaffenhet; figur; form; fysik; författning; grundlag; grundlagen; kondition; konstitution; kroppsbyggnad; kroppskonstitution; ram; situation; skick; system; tillstånd
Zustand läge; position; ställning beskaffenhet; kondition; position; situation; skick; status; tillstånd

Synoniemen voor "läge":


Wiktionary: läge

läge
noun
  1. Positionierung von Personen
  2. Musik: Lage der linken Hand auf dem Griffbrett bei Streich- und Zupfinstrumenten
  3. Art wie etwas liegt
  4. momentane Umstand/Verhältnis
  5. Stelle, an der etwas liegt
  6. österr.|: Unterrichtsfach
Cross Translation:
FromToVia
• läge → Platz; Ort ↔ location — place
• läge → Lage ↔ situation — position vis-à-vis surroundings
• läge → Lage ↔ situation — location
• läge → Situation ↔ situation — state of affairs
• läge → Lage ↔ ligging — de wijze waarop iets of iemand gelegen is

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Lage







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1146 seconde
Page rendered in 1.0 seconds