Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Ausrichtung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausrichtung (Duits) in het Zweeds

Ausrichtung:

Ausrichtung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausrichtung (Tabelle; Liste; Tafel; )
    bord
    • bord [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. die Ausrichtung (Tendenz; Trend; Neigung)
    trend; tendens
    • trend [-en] zelfstandig naamwoord
    • tendens [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Ausrichtung (Route; Direktion; Rundgänge; )
    kurs; riktning
    • kurs [-en] zelfstandig naamwoord
    • riktning [-en] zelfstandig naamwoord
  4. die Ausrichtung
    justering
  5. die Ausrichtung (Seitenausrichtung)
    orientering

Vertaal Matrix voor Ausrichtung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bord Abfassung; Abstufung; Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Ausrichtung; Einstellung; Lage; Leiste; Liste; Rangordnung; Stelle; Tabelle; Tafel; Verzeichnis
justering Ausrichtung Anpassen; Eichung; Einrichten; Einstellen; Inspektion; Justierung; Kalibrierung; Nachstellung; Reparatur von Material; Revision; Wartung; Überholung; Überprüfung
kurs Ausfahrt; Ausrichtung; Betriebsführung; Direktion; Erfahrung; Fahrt; Fransenborte; Gastspielreise; Geländefahrt; Geschäftsführung; Gewohnheit; Leitung; Reise; Richtung; Route; Routine; Rundfahrt; Rundgänge; Rundläufe; Rundreise; Schule; Seite; Spazierfahrt; Verwaltung Aktienkurs; Geldpreis; Kurs; Kursnotierung; Kursus; Lehre; Lehrgang; Notiz; Richtung; Studium; Unterricht
orientering Ausrichtung; Seitenausrichtung Lage; Orientierung; Orientierungssinn; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle
riktning Ausfahrt; Ausrichtung; Betriebsführung; Direktion; Erfahrung; Fahrt; Fransenborte; Gastspielreise; Geländefahrt; Geschäftsführung; Gewohnheit; Leitung; Reise; Richtung; Route; Routine; Rundfahrt; Rundgänge; Rundläufe; Rundreise; Schule; Seite; Spazierfahrt; Verwaltung Direktionen; Kurs; Richtung; Vorstände
tendens Ausrichtung; Neigung; Tendenz; Trend Bedeutung; Durchschlag; Einstellung; Geneigtheit; Modeerscheinung; Neigung; Richtungen; Sinn; Tendenz; Tendenzen; Tenor; Tragweite; Trend; Wert; Wichigkeit
trend Ausrichtung; Neigung; Tendenz; Trend

Synoniemen voor "Ausrichtung":


Wiktionary: Ausrichtung


Cross Translation:
FromToVia
Ausrichtung inpassning alignment — arrangement of items in a line
Ausrichtung inpassning alignment — process of adjusting a mechanism such that its parts are aligned

Computer vertaling door derden: