Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: betätigen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: betätigen

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

betätigen:
- sparka; starta
Wiktionary:
- betätigen → sätta igång, använda, vara verksam, sysselsätta sig

Duits

Uitgebreide vertaling voor betätigen (Duits) in het Zweeds

betätigen:

betätigen werkwoord

betätigen (einschalten; in Funktion setzen)
sparka; starta
- sparka werkwoord (sparkar, sparkade, sparkat)
- starta werkwoord (startar, startade, startat)

Vertaal Matrix voor betätigen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sparka	betätigen; einschalten; in Funktion setzen	abdanken; ablehnen; abschieben; abweisen; ausrangieren; ausschlagen; entheben; entlassen; feiern; feuern; hauen; stoßen; suspendieren; treten; verabschieden; von seiner Position vertreiben; zurückweisen
starta	betätigen; einschalten; in Funktion setzen	abheben; anfangen; anheben; antreten; aufheben; aufnehmen; aufsetzen; aufstellen; beginnen; einführen; einsetzen; erheben; initialisieren; initiieren; starten
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
starta		Start; starten

Synoniemen voor "betätigen":

auslösen; bedienen; drücken; handhaben
ausüben; machen; praktizieren; tätig sein; verrichten

Wiktionary: betätigen

betätigen

verb

etwas in Tätigkeit/Gang setzen
- betätigen → sätta igång; använda
sich betätigen als: eine Tätigkeit ausüben
- betätigen → vara verksam; sysselsätta sig

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor betätigen (Zweeds) in het Duits

betätigen: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

bett: Bissen; Organ; Sprachrohr
igen: wieder; nochmal; abermals; zum zweiten Male; wiederum; schon wieder
be: bitten; beten; flehen; betteln; beantragen; anfragen; ersuchen; ansuchen; abdecken; schinden; enthäuten; abhäuten
bedja: bitten; beten; flehen; betteln; hoffen; wünschen; erwarten; herbeisehnen