Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Überbleibsel

Vertaal Überbleibsel van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Überbleibsel:
- rester; återstoder; kvarstoder; lämning; rest; avlagring; sediment; återstod; överbliven mat; kupong; voucher
Wiktionary:
- Überbleibsel → baksmälla, rest

Duits

Uitgebreide vertaling voor Überbleibsel (Duits) in het Zweeds

Überbleibsel:

Überbleibsel [das ~] zelfstandig naamwoord

Überbleibsel (Restant; Rest; Restbestand; Überrest; Restposten)
rester; återstoder; kvarstoder
- rester zelfstandig naamwoord
- återstoder zelfstandig naamwoord
- kvarstoder zelfstandig naamwoord
Überbleibsel (Bodensatz; Ablagerung; Restbestand; Rest; Niederschlag)
lämning; rest; avlagring; sediment
- lämning [-en] zelfstandig naamwoord
- rest [-en] zelfstandig naamwoord
- avlagring [-en] zelfstandig naamwoord
- sediment [-ett] zelfstandig naamwoord
Überbleibsel (Rest; Restant)
rest; återstod; överbliven mat
- rest [-en] zelfstandig naamwoord
- återstod [-en] zelfstandig naamwoord
- överbliven mat zelfstandig naamwoord
Überbleibsel (Coupon; Schein; Kassenschein; Zettel; Kupon; kleineSchwanz; Stück; Abschnitt; Marke; Fetzen; Flicklappen; Stofflappen; Überrest; Flicken; kleineSchwänze; Schlacke; Restbestand; Tuch; Rest; Fleck; Differenz; Lappen; Lumpen; Restposten; Riester; Restant; Stoffetzen; Surplus; Reklamezettel)
kupong; voucher
- kupong [-en] zelfstandig naamwoord
- voucher zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Überbleibsel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avlagring	Ablagerung; Bodensatz; Niederschlag; Rest; Restbestand; Überbleibsel
kupong	Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest	Beweischen; Gutschein; Voucher
kvarstoder	Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Überbleibsel; Überrest
lämning	Ablagerung; Bodensatz; Niederschlag; Rest; Restbestand; Überbleibsel
rest	Ablagerung; Bodensatz; Niederschlag; Rest; Restant; Restbestand; Überbleibsel	Griff; Handgriff; Henkel; Kolben; Residuen; Rest; Rückstand
rester	Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Überbleibsel; Überrest	Baufälle; Essensreste; Ruine
sediment	Ablagerung; Bodensatz; Niederschlag; Rest; Restbestand; Überbleibsel	Sedimente
voucher	Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest	Beweischen; Voucher
återstod	Rest; Restant; Überbleibsel	Residuen
återstoder	Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Überbleibsel; Überrest
överbliven mat	Rest; Restant; Überbleibsel

Synoniemen voor "Überbleibsel":

Anklang; Erinnerung; Nachwirkung; Reminiszenz
Relikt; Reliquie; Residuum; Rest; Restbestand; Rudiment; Rückstand; Überrest

Wiktionary: Überbleibsel

Cross Translation:

From	To	Via
• Überbleibsel	→ baksmälla	↔ hangover — unpleasant relic left from prior events
• Überbleibsel	→ rest	↔ remnant — small portion remaining of a larger thing or group