Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. überdecken:


Duits

Uitgebreide vertaling voor überdecken (Duits) in het Zweeds

überdecken:

überdecken werkwoord

  1. überdecken (abdecken; überdachen)
    täcka; övertäcka; täcka över
    • täcka werkwoord (täcker, täckte, täckt)
    • övertäcka werkwoord (övertäcker, övertäckte, övertäckt)
    • täcka över werkwoord (täcker över, täckte över, täckt över)

Vertaal Matrix voor überdecken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
täcka abdecken; überdachen; überdecken abdecken; abgrenzen; abschirmen; absperren; abzäunen; ankleiden; ausstatten; bedecken; begrenzen; bekleiden; bepflastern; beziehen; ein Buch einschlagen; pflastern; polstern; umzäunen; überdachen
täcka över abdecken; überdachen; überdecken bedecken; bekleiden; beziehen; verdecken; verkleiden; versehen
övertäcka abdecken; überdachen; überdecken abdecken
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
täcka bedecken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
täcka überdacht; überdeckt; überlegen
övertäcka abgedeckt; bedeckt; überdacht

Synoniemen voor "überdecken":


Computer vertaling door derden: