Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. übertölpeln:


Duits

Uitgebreide vertaling voor übertölpeln (Duits) in het Zweeds

übertölpeln:

übertölpeln werkwoord

  1. übertölpeln (bemogeln; beschwindeln)
    fuska; lura; bedra; fiffla; narra; spela falskt
    • fuska werkwoord (fuskar, fuskade, fuskat)
    • lura werkwoord (lurar, lurade, lurat)
    • bedra werkwoord (bedrar, bedragade, bedragat)
    • fiffla werkwoord (fifflar, fifflade, fifflat)
    • narra werkwoord (narrar, narrade, narrat)
    • spela falskt werkwoord (spelar falskt, spelade falskt, spelat falskt)

Vertaal Matrix voor übertölpeln:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedra bemogeln; beschwindeln; übertölpeln aufhängen; begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; betrügen; erzählen; hereinlegen; hintergehen; hinters Licht führen; neppen; prellen; schummeln; verarschen; vorgeben; vormachen; übervorteilen
fiffla bemogeln; beschwindeln; übertölpeln
fuska bemogeln; beschwindeln; übertölpeln Unordnung machen; Wirrwarr machen; ausnehmen; basteln; begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; betrügen; handarbeiten; herumbasteln; hintergehen; pfuschen; prellen; sudeln; verladen; verpfuschen; vertun; übervorteilen
lura bemogeln; beschwindeln; übertölpeln ausnehmen; begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; bestechen; betrügen; betören; bezaubern; foppen; heranlocken; herauslocken; hereinlegen; hintergehen; hinters Licht führen; irreführen; ködern; mitlocken; neppen; prellen; täuschen; verarschen; verführen; verladen; verleiten; verlocken; vorgeben; zum Narren halten; übervorteilen
narra bemogeln; beschwindeln; übertölpeln begaunern; bemogeln; beschummeln; beschwindeln; bestechen; betrügen; betören; bezaubern; heranlocken; herauslocken; ködern; mitlocken; neppen; prellen; verführen; verleiten; verlocken; vorgeben; übervorteilen
spela falskt bemogeln; beschwindeln; übertölpeln

Synoniemen voor "übertölpeln":