Duits
Uitgebreide vertaling voor übervoll (Duits) in het Zweeds
übervoll:
-
übervoll (gedrängt voll; überfüllt; gepfropft voll; vollgestopft; gerammelt voll; gestopft voll)
-
übervoll (gedrängt voll; zusammengedrängt; gerammeltvoll; voll; überfüllt; vollgestopft; gerammelt voll)
-
übervoll (gerammelt voll; voll; überfüllt; vollgestopft; gedrängt voll)
packat; fullsatt; överbefolkad; överbefolkat; fullpackad; fullpackat-
packat bijvoeglijk naamwoord
-
fullsatt bijvoeglijk naamwoord
-
överbefolkad bijvoeglijk naamwoord
-
överbefolkat bijvoeglijk naamwoord
-
fullpackad bijvoeglijk naamwoord
-
fullpackat bijvoeglijk naamwoord
-