Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Abgrund:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abgrund (Duits) in het Zweeds

Abgrund:

Abgrund [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Abgrund
    bråddjup; avgrund
  2. der Abgrund (Schlucht; Felsenschlucht)
    klyfta; ravin; skreva
    • klyfta [-en] zelfstandig naamwoord
    • ravin [-en] zelfstandig naamwoord
    • skreva [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Abgrund (Felsspalte; Spalt; Schlucht; )
    klyfta; avgrund
    • klyfta [-en] zelfstandig naamwoord
    • avgrund [-en] zelfstandig naamwoord
  4. der Abgrund (Schlucht)
    avgrund
    • avgrund [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abgrund:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgrund Abgrund; Felsenschlucht; Felsspalt; Felsspalte; Schlucht; Spalt; Spalte Bergwerk; Grube; Steinbruch; Tiefe
bråddjup Abgrund Steilhang
klyfta Abgrund; Felsenschlucht; Felsspalt; Felsspalte; Schlucht; Spalt; Spalte Dualismus; Felsspalte; Spalte; Zweiheit
ravin Abgrund; Felsenschlucht; Schlucht
skreva Abgrund; Felsenschlucht; Schlucht Aussparung; Einschnitt; Kerbe; Kluft; Riß; Spalte; Zwischenraum
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klyfta abkoppeln; aus einander spleißen; loskoppeln; scheiden; spleißen; splissen; trennen

Synoniemen voor "Abgrund":


Wiktionary: Abgrund

Abgrund
noun
  1. schauerliche, gefährliche Tiefe

Cross Translation:
FromToVia
Abgrund avgrund; djup abyss — bottomless or unfathomed depth
Abgrund brant precipice — a very steep cliff
Abgrund avgrund; gap abysse — géographie|fr région sous-marine très profonde, et plus particulièrement celle où ne parvenir plus la lumière solaire.
Abgrund avgrund; fördärv; outgrandlig abîme — géographie|fr gouffre très profond.
Abgrund grop; avgrund; bottenlöst hål; gap gouffrecavité large et profonde, vide ou remplie d’eau.