Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Abschirren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abschirren (Duits) in het Zweeds

Abschirren:

Abschirren [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abschirren (Abtakeln)
    ta isär

Vertaal Matrix voor Abschirren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ta isär Abschirren; Abtakeln Abbrechen; Abreißen; Abriß; Demontage; Verschleierung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ta isär abtakeln; analysieren; auseinandernehmen; beseitigen; demontieren; entfernen; entfestigen; fortschaffen; räumen; sezieren; wegnehmen; wegräumen; wegschaffen; zergliedern; zerlegen