Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abschmeicheln (Duits) in het Zweeds

Abschmeicheln:

Abschmeicheln [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abschmeicheln (Ablisten)
  2. Abschmeicheln (Ablisten)
    övertalande; lirkning
  3. Abschmeicheln
    trugande

Vertaal Matrix voor Abschmeicheln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lirkning Ablisten; Abschmeicheln
något man får genom att tigga Ablisten; Abschmeicheln
snyltsak Ablisten; Abschmeicheln
trugande Abschmeicheln Aneignen; Stibitzen
övertalande Ablisten; Abschmeicheln Anfeuern; Animieren; Anregen; Anreizen; Anspornen; Anstoßen; Antreiben
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
övertalande dringend; dringend nötig; dringlich; nachdrücklich; notwendig; schleimerisch; schleimig; schmeichlerisch; stringent; überredend; überzeugend