Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Absurdität:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Absurdität (Duits) in het Zweeds

Absurdität:

Absurdität [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Absurdität (Narrheit; Torheit; Irrsinn; Idiotie)
    orimlighet; oförenbarhet; omotsvarighet

Vertaal Matrix voor Absurdität:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oförenbarhet Absurdität; Idiotie; Irrsinn; Narrheit; Torheit
omotsvarighet Absurdität; Idiotie; Irrsinn; Narrheit; Torheit
orimlighet Absurdität; Idiotie; Irrsinn; Narrheit; Torheit Irrationnalität; Unvernunft

Synoniemen voor "Absurdität":


Wiktionary: Absurdität

Absurdität
noun
  1. allgemein, ohne Plural: das Absurd-Sein/Widersinnig-Sein/Sinnlos-Sein

Cross Translation:
FromToVia
Absurdität orimlighet absurdité — Caractère de ce qui est absurde.

Computer vertaling door derden: