Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Abwehr:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abwehr (Duits) in het Zweeds

Abwehr:

Abwehr [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Abwehr (Verteidigung)
    försvar

Vertaal Matrix voor Abwehr:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
försvar Abwehr; Verteidigung Entschuldigung; Fürsprache; Justifikation; Landesverteidigung; Nachhut; Verteidigung; Verzeihung

Synoniemen voor "Abwehr":


Wiktionary: Abwehr

Abwehr
noun
  1. die Verteidigung bei Mannschaftssportarten, z.B. Fußball
  2. die Handlung, einen Angriff (oder dessen beabsichtigen Auswirkung) zu stoppen

Cross Translation:
FromToVia
Abwehr försvar; värn défense — Action de défendre