Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Angeben:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Angeben (Duits) in het Zweeds

Angeben:

Angeben [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Angeben (Zutragen; Klatschen)
    anmäla
    • anmäla [-en] zelfstandig naamwoord
  2. Angeben (behauptung)
    påståelse; hävding

Vertaal Matrix voor Angeben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anmäla Angeben; Klatschen; Zutragen
hävding Angeben; behauptung
påståelse Angeben; behauptung Annehmen; Unterstellen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anmäla anheuern; ankündigen; anmelden; anmustern; annoncieren; ansagen; anzeigen; einschreiben; etwas ankündigen; kundgeben; melden