Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Angelhaken:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Angelhaken (Duits) in het Zweeds

Angelhaken:

Angelhaken [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Angelhaken (Haken)
    krok; fiskkrok; angelkrok
  2. der Angelhaken (Haken; Widerhaken; Angel)
    fiske hake

Vertaal Matrix voor Angelhaken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angelkrok Angelhaken; Haken
fiske hake Angel; Angelhaken; Haken; Widerhaken
fiskkrok Angelhaken; Haken
krok Angelhaken; Haken Aufhänger; Ecke; Eckstoß; Haken

Wiktionary: Angelhaken

Angelhaken
noun
  1. Werkzeug am Ende der Angelschnur, um Fische zu angeln.

Cross Translation:
FromToVia
Angelhaken krok; fiskkrok fishhook — barbed hook for fishing
Angelhaken krok hook — fishhook
Angelhaken metkrok hameçon — Crochet