Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Ansammeln:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ansammeln (Duits) in het Zweeds

Ansammeln:

Ansammeln [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ansammeln (Anhäufen)
    ansamling; anhopning

Vertaal Matrix voor Ansammeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anhopning Anhäufen; Ansammeln
ansamling Anhäufen; Ansammeln Agglomoration; Ansammlung; Haufen; Häufung; Kumulation; Masse; Menge; Stoß

Wiktionary: Ansammeln


Cross Translation:
FromToVia
Ansammeln anhopning accumulationaction d’accumuler, en parlant des choses physiques et les choses morales.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Ansammeln