Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Antlitz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Antlitz (Duits) in het Zweeds

Antlitz:

Antlitz [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Antlitz (Gesicht; Anblick; Szene; Schauspiel)
    ansikte; anseende; utseende; anlete
    • ansikte [-ett] zelfstandig naamwoord
    • anseende [-ett] zelfstandig naamwoord
    • utseende [-ett] zelfstandig naamwoord
    • anlete [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Antlitz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anlete Anblick; Antlitz; Gesicht; Schauspiel; Szene
anseende Anblick; Antlitz; Gesicht; Schauspiel; Szene Ansehen; Ehre; Name; Prestige; Reputation; Ruf; Schrei
ansikte Anblick; Antlitz; Gesicht; Schauspiel; Szene Fassade; Front; Gesicht; Giebel; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; vordere Ende
utseende Anblick; Antlitz; Gesicht; Schauspiel; Szene

Synoniemen voor "Antlitz":


Wiktionary: Antlitz

Antlitz
noun
  1. gehoben: vordere Teil des Kopfes bei Menschen und Säugetieren
  2. als Pars pro Toto (Teil für das Ganze) für Gesamtpersönlichkeit

Cross Translation:
FromToVia
Antlitz anlete; ansikte; nuna; fjäs face — part of head
Antlitz anlete; ansikte; min visage — Face humaine