Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Arglist

Vertaal Arglist van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Arglist:
- fälla; fallgrop; förrädiskhet; slughet
Wiktionary:
- Arglist → lömskhet

Duits

Uitgebreide vertaling voor Arglist (Duits) in het Zweeds

Arglist:

Arglist [die ~] zelfstandig naamwoord

die Arglist (Heimtücke; Arglistigkeit)
fälla; fallgrop
- fälla [-ett] zelfstandig naamwoord
- fallgrop [-en] zelfstandig naamwoord
die Arglist (Heimtücke; Verrätlichkeit; Arglistigkeit)
förrädiskhet
- förrädiskhet zelfstandig naamwoord
die Arglist (Schlauheit; Gerissenheit; Hinterlist; Verschlagenheit)
slughet
- slughet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Arglist:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fallgrop	Arglist; Arglistigkeit; Heimtücke
fälla	Arglist; Arglistigkeit; Heimtücke	Krähenfuß
förrädiskhet	Arglist; Arglistigkeit; Heimtücke; Verrätlichkeit
slughet	Arglist; Gerissenheit; Hinterlist; Schlauheit; Verschlagenheit	Abgefeimtheit; Durchtriebenheit; Geriebenheit; Gerissenheit; Geschliffenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Intellekt; Klugheit; Listigkeit; Scharfsinn; Scharfsinnigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Spitzfindigkeit; Spürsinn; Verschlagenheit; Verstand
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fälla		fällen; umhauen

Synoniemen voor "Arglist":

Bosheit; Hinterlist; Tücke; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; Zug

Wiktionary: Arglist

Arglist

noun

gehoben: Hinterlist und Boshaftigkeit, die darauf abzielen, anderen Nachteile zuzufügen
- Arglist → lömskhet