Duits
Uitgebreide vertaling voor Aufbrechen (Duits) in het Zweeds
Aufbrechen:
-
Aufbrechen (Aufreißen)
Vertaal Matrix voor Aufbrechen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bryta upp | Aufbrechen; Aufreißen | |
riva upp | Aufbrechen; Aufreißen | Ankurbeln |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bryta upp | abbrechen; abreisen; aufbrechen; aufbringen; auflösen; aufreißen; aufsperren; aufstoßen; aufteilen; auseinandergehen; auseinandernehmen; auseinanderstieben; auseinandertreiben; dekodieren; entehen; entfesseln; fortreisen; komplettieren; scheiden; seineZelteabbrechen; trennen; verlassen; vervollständigen; wegfahren; wegreisen | |
riva upp | abbrechen; anschüren; aufbrechen; aufreißen; einreißen; harken; rechen; reißen; wegbrechen; zusammen rechen |
Computer vertaling door derden: