Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Auffahrt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Auffahrt (Duits) in het Zweeds

Auffahrt:

Auffahrt [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Auffahrt (Einfahrt; Rampe; Zufahrtsstraße)
    ingång
    • ingång [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Auffahrt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ingång Auffahrt; Einfahrt; Rampe; Zufahrtsstraße Beitritt; Einfahrt; Eingang; Eingangshalle; Eingangstor; Einkommen; Halle; Portal; Tor; Tür; Vorhalle; Zugang; Zutritt

Wiktionary: Auffahrt

Auffahrt
noun
  1. das Befahren einer Autobahn
  2. Straßenabschnitt, der auf eine Autobahn o. Ä. führt
  3. das Befahren eines hoch liegen Bereiches
  4. ansteigender StraßeAbschnitt, der zu etwas hinführen

Cross Translation:
FromToVia
Auffahrt uppfart; infart drive — driveway