Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufmachung (Duits) in het Zweeds

Aufmachung:

Aufmachung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Aufmachung (Bresche; Loch; Öffnung; Einschläge; Einschlag)
    bräcka; brytning; lucka; rämna; bräsch
    • bräcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • brytning [-en] zelfstandig naamwoord
    • lucka [-en] zelfstandig naamwoord
    • rämna [-en] zelfstandig naamwoord
    • bräsch [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Aufmachung (UmhÜllung; Hülse; Gehäuse; )
    förpackning; emballage; omslag; hölje
  3. die Aufmachung (Kleidung)
    kostym
    • kostym [-en] zelfstandig naamwoord
  4. die Aufmachung (Vergrößerung; Erweiterung; Erhöhung; )
    uteslutning

Vertaal Matrix voor Aufmachung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brytning Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Loch; Öffnung Brüstung; Geländer; Lichtbrechung; Strahlenbrechung
bräcka Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Loch; Öffnung Ermangelung; Hinfälligkeit; Kränklichkeit; Mangel; Manko; Schwachheit; Schwäche
bräsch Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Loch; Öffnung
emballage Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung Verpackung
förpackning Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung Dose; Emballage; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Packung; Produktverpackung und -aufmachung; Schachtel; Verpackung
hölje Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung
kostym Aufmachung; Kleidung Anzug; Bekleidung; Kleider; Kleidung; Kostüm; Sakkoanzug; Smoking
lucka Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Loch; Öffnung Hiatus; Leere; Lücke; Mangel; Manko; Untertür
omslag Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung Albumbild; Auslese; Aussonderung; Auswahl; Binde; Dose; Einteilung; Emballage; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Jacke; Joppe; Kapsel; Karton; Kasten; Packung; Plattenüberzug; Schachtel; Schallplattentasche; Schlinge; Sortierung; Umstellung; Verpackung; Verschiebung; kurze Jacke
rämna Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Loch; Öffnung Schlitz; Schnitt; Spalt
uteslutning Abschaffung; Aufmachung; Ausdehnung; Ausweisung; Erhöhung; Erweiterung; Steigung; Verbannung; Vergrößerung; Verjagung; Verweisung; Zunahme Ausweisung; Verbannung; Verjagung; Verweisung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bräcka rütteln; winden; wricken; wriggen; wringen
rämna aufbrechen; aufbringen; aufreißen; aufsperren

Synoniemen voor "Aufmachung":