Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Auserwählte:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Auserwählte (Duits) in het Zweeds

Auserwählte:

Auserwählte [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Auserwählte
    favorit; utvald
    • favorit [-en] zelfstandig naamwoord
    • utvald zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Auserwählte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
favorit Auserwählte Bevorzugte; Favorit; Günstling; Günstlinge; Liebling; Schätzchen
utvald Auserwählte
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utvald auserkoren; auserlesen; auserwählt; ausgelesen; ausgesucht; ausgewählt

Wiktionary: Auserwählte

Auserwählte
noun
  1. scherzhaft: eine Frau, die von einem Mann als feste Freundin beziehungsweise Ehefrau auserwählt wurde
  2. eine Frau, die auserkoren, auserwählt wurde, etwas Bestimmtes zu vollbringen