Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bürge:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bürge (Duits) in het Zweeds

Bürge:

Bürge [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bürge (Bürgschaft; Gewähr; Garantie; )
    säkerhet; garanti; pant; borgen
    • säkerhet [-en] zelfstandig naamwoord
    • garanti [-en] zelfstandig naamwoord
    • pant [-en] zelfstandig naamwoord
    • borgen zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bürge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borgen Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Pfand; Sicherheit; Unterpfand Bürgschaft; Kaution; Kautionssumme; Pfand; Sicherheit; Sicherheitsleistung; Unterpfand
garanti Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Pfand; Sicherheit; Unterpfand Garantie; Garantieschein; Gewähr; Gewährleistung; Marke; Pfande; Sicherung; Siegel; Unterpfande; gratis Kundendienst
pant Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Pfand; Sicherheit; Unterpfand Pfande; Unterpfande
säkerhet Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Pfand; Sicherheit; Unterpfand Anlagepapier; Festigkeit; Garantie; Geborgenheit; Gewißheit; Gewährleistung; Halt; IT-Sicherheit; Pfand; Pfande; Protektion; Realität; Schutz; Sicherheit; Sicherstellung; Sicherung; Unterpfande; Wertpapier; Wirklichkeit

Synoniemen voor "Bürge":


Wiktionary: Bürge

Bürge
noun
  1. jemand oder etwas, der für die Glaubwürdigkeit einer Person oder Sache einsteht
  2. jemand, der sich bereiterklärt, zusammen mit dem Hauptschuldner für die Rückzahlung einer Schuld zu haften