Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bacchanal:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bacchanal (Duits) in het Zweeds

Bacchanal:

Bacchanal [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Bacchanal
    backanal; rumlare; backant

Vertaal Matrix voor Bacchanal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
backanal Bacchanal
backant Bacchanal
rumlare Bacchanal Angeber; Aufschneider; Bummler; Dicktuer; Großtuer; Prahler; Schleckermäuler; Schlemmer; Spaßvögel; Wichtigtuer

Synoniemen voor "Bacchanal":

  • Besäufnis; Sauferei; Saufgelage; Trinkgelage; Zecherei; Zechgelage

Wiktionary: Bacchanal

Bacchanal
noun
  1. bildungssprachlich: ein ungezügeltes, ausschweifendes Trinkgelage
  2. Geschichte: Das Bacchusfest (Weinfest) im antiken Rom, das jedes Jahr am 16. und 17. März auf dem Aventin gefeiert wurde