Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Backe

Vertaal Backe van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Backe:
- kind; fräckhet; sidodel
Wiktionary:
- Backe → käftar, skinka, kind
- Backe → skinka, underkäke, käke, kind

Duits

Uitgebreide vertaling voor Backe (Duits) in het Zweeds

Backe:

Backe [die ~] zelfstandig naamwoord

die Backe (Wange)
kind; fräckhet
- kind [-en] zelfstandig naamwoord
- fräckhet [-en] zelfstandig naamwoord
die Backe
sidodel
- sidodel zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Backe:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fräckhet	Backe; Wange	Frechheit; Grobheit; Sauerei; Unanständigkeit; Ungebührlichkeit; Ungehörigkeit; Ungezogenheit; Unschicklichkeit; Unverschämt sein; Unverschämtheit; schlechte Angewohnheit
kind	Backe; Wange
sidodel	Backe

Synoniemen voor "Backe":

Wange; Körperteil; Organ

Wiktionary: Backe

Backe

noun

am Werkstück (oder einer Bremse) angreifendes Teil eines Werkzeugs, zum Beispiel einer Zange
- Backe → käftar
eine Hälfte des Gesäßes
- Backe → skinka
einer der zwei Zwischenräume im Mund zwischen seitlichen Zähnen und der Schleimhaut außerhalb der Zähne (leer oder gefüllt)
- Backe → kind

Cross Translation:

From	To	Via
• Backe	→ skinka	↔ buttock — each of the two large fleshy halves of the posterior part of the body
• Backe	→ skinka	↔ cheek — colloquial: buttock
• Backe	→ underkäke; käke	↔ jowl — jaw
• Backe	→ kind	↔ joue — Partie du visage