Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Baumwolle:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Baumwolle (Duits) in het Zweeds

Baumwolle:

Baumwolle [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Baumwolle
    bomull
    • bomull [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Baumwolle (Dicht gewebene Baumwolle)
    tätt vävd bomull

Vertaal Matrix voor Baumwolle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bomull Baumwolle Baumwollen
tätt vävd bomull Baumwolle; Dicht gewebene Baumwolle

Synoniemen voor "Baumwolle":


Wiktionary: Baumwolle

Baumwolle
noun
  1. die Samenhaare der Baumwollpflanze (Gossypium), einer strauchigen Malvaceengattung mit walnussgroßen Fruchtkapseln, die lange Baumwollhaare und kurze Filzhaare herausquellen lassen

Cross Translation:
FromToVia
Baumwolle bomull cotton — plant
Baumwolle bomull cotton — fiber
Baumwolle råbomull cotton wool — raw fibers of cotton
Baumwolle bomull katoen — een zachte vezel die uit de opperhuid (epidermis) van de zaden van de katoenplant groeit
Baumwolle bomull cotonfibre textile végétale, issue de la bourre composée de filaments longs, fins, soyeux, qui enveloppe les graines du cotonnier.

Verwante vertalingen van Baumwolle