Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Benachteiligung

Vertaal Benachteiligung van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Benachteiligung:
- skada; oförrätt; diskriminering
Wiktionary:
- Benachteiligung → handikapp

Duits

Uitgebreide vertaling voor Benachteiligung (Duits) in het Zweeds

Benachteiligung:

Benachteiligung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Benachteiligung
skada; oförrätt
- skada [-en] zelfstandig naamwoord
- oförrätt [-en] zelfstandig naamwoord
die Benachteiligung (Zurücksetzung; Zurückstellung)
diskriminering
- diskriminering [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Benachteiligung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
diskriminering	Benachteiligung; Zurücksetzung; Zurückstellung	Diskrimination; Unterscheidungsvermögen
oförrätt	Benachteiligung
skada	Benachteiligung	Abbruch; Beeinträchtigung; Beschwerde; Beschädigen; Beschädigung; Blessur; Einbuße; Einsturz; Einstürze; Havarie; Haverei; Kränkung; Laster; Lästerung; Nachteil; Schade; Schaden; Schadhaftigkeit; Schande; Schmach; Schmähung; Schäden; Schädigung; Verletzen; Verletzung; Verleumdung; Verlust; Verlustposten; Verwundung; Wunde
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skada		Schmerz tun; angreifen; anschlagen; beeinträchtigen; behindern; benachteiligen; beschädigen; düpieren; entzweireißen; foltern; jemandem schaden; kasteien; kränken; martern; nachteilig sein für; peinigen; quetschen; schaden; schwächen; schädigen; schädigend; schänden; sichverwunden; verletzen; verwunden; zerbrechen; zerschlagen; zertrümmern; überfallen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skada		schade; verdrießlich; ärgerlich

Synoniemen voor "Benachteiligung":

Nachteil; Schaden; Übertölpelung; Übervorteilung
Deprivation; Diskriminierung

Wiktionary: Benachteiligung

Cross Translation:

From	To	Via
• Benachteiligung	→ handikapp	↔ handicap — (sport) épreuve ou concours de vitesse, de force ou d’endurance dans lesquels on égaliser les chances des concurrents d’âge ou de qualités différents, mais en leur attribuer ou en leur ôter une certaine avance de temps, de