Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Beschuldigung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Beschuldigung (Duits) in het Zweeds

Beschuldigung:

Beschuldigung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Beschuldigung (Anklage; Anschuldigung)
    anklagelse
  2. die Beschuldigung (Anspielung; Unterstellung)
    antydan; anklagan; insinuation

Vertaal Matrix voor Beschuldigung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anklagan Anspielung; Beschuldigung; Unterstellung
anklagelse Anklage; Anschuldigung; Beschuldigung Anklage; Anschuldigung; Anzeige; Strafmandat; Verdächtigung
antydan Anspielung; Beschuldigung; Unterstellung
insinuation Anspielung; Beschuldigung; Unterstellung

Synoniemen voor "Beschuldigung":


Wiktionary: Beschuldigung

Beschuldigung
noun
  1. Äußerung, mit der jemandem die Schuld an irgendetwas gegeben wird

Cross Translation:
FromToVia
Beschuldigung anklagelse accusation — act of accusing or charging with a crime
Beschuldigung anklagelse accusationaction en justice par laquelle on accuser quelqu’un.
Beschuldigung anklagelse; beskyllning; klagomål; åtal plainte — Traductions à trier suivant le sens